Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6101

Datum uitspraak2008-10-21
Datum gepubliceerd2008-12-04
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 08/6008
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Connexiteitsvereiste.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 08 / 6008 uitspraak van de voorzieningenrechter van 21 oktober 2008 in de zaak van: [verzoeker], wonend te [adres], verzoeker, tegen: de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, verweerder. 1. Procesverloop 1.1 Bij besluit van 12 augustus 2008 heeft verweerder het rijbewijs van verzoeker met ingang van 19 augustus 2008 ongeldig verklaard, omdat verzoeker niet heeft meegewerkt aan het onderzoek naar de geschiktheid. 1.2 Tegen dit besluit heeft verzoeker bij brief van 26 augustus 2008 bezwaar gemaakt. Bij brief van 16 september 2008 is tevens verzocht een voorlopige voorziening te treffen. 1.3 Op 22 september 2008 heeft verweerder het bezwaar van verzoeker kennelijk ongegrond verklaard. 1.4 Het verzoek is behandeld ter zitting van 7 oktober 2008, alwaar verzoeker in persoon is verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. J.J. Kwant. 2. Overwegingen 2.1 Ingevolge artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een voorlopige voorziening alleen worden verzocht hangende bezwaar of beroep (connexiteitsvereiste). 2.2 Op 22 september 2008 heeft verweerder verzoekers bezwaarschrift kennelijk ongegrond verklaard. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter aan verzoeker medegedeeld dat er, nu er op het bezwaarschrift is beslist, geen sprake meer is van connexiteit. Om inhoudelijk op het verzoekschrift te kunnen beslissen, moet verzoeker derhalve een beroepschrift indienen, zodat wordt voldaan aan het connexiteitsvereiste. De rechtbank heeft verzoeker hiervoor een termijn gesteld tot 20 oktober 2008. 2.3 Nu niet is gebleken dat verzoeker een beroepschrift heeft ingediend, wordt niet aan het onder rechtsoverweging 1.3 vermelde connexiteitsvereiste voldaan. De voorzieningenrechter zal het verzoek daarom met toepassing van artikel 8:84, tweede lid, onder b, Awb niet-ontvankelijk verklaren. 3. Beslissing De voorzieningenrechter: verklaart het verzoek niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en op 21 oktober 2008 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van R.I. ten Cate, griffier. Afschrift verzonden op: Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.